Isaiah 58:7

25) mededeelt,

Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk in twee stukken delen, als wanneer iemand een brood midden doorsneed, en gaf zijnen nooddruftigen broeder de ene helft.

26) verdrevenen

De zin is: Die als rebellen uit hun vaderland ten onrechte verdreven zijn. Anders: de ellendigen, bedrukten; te weten door de geweldige heerschappij der groten.

27) een naakte ziet,

Dat is, een kwalijk geklede; zie Job 22:6.

Job 22.6

28) dekt,

Te weten met klederen.

29) voor uw vlees

Voor uwen naasten, die enerlei vlees en bloed heeft gelijk gij. Zie de aantekening Neh. 5:5.

Ne 5.5

30) niet verbergt?

Versta hierbij: maar dat gij door de armoede en ellende uwer broeders u tot barmhartigheid laat bewegen.

1 Thessalonians 4:9

18) van God

Gr. godgeleerden; waarvan zie Joh. 6:45.

Joh 6.45

Hebrews 13:1

1) blijve.

Dat is, volharde, gelijk gij daarin wel begonnen hebt. Zie Hebr. 6:10.

Heb 6.10

1 Peter 1:22

62) in de gehoorzaamheid

Dat is, door het geloof, hetwelk door het gehoor des Evangelies en door den Heiligen Geest in u is gewrocht. Zie Hand. 15:9.

Ac 15.9

63) vuriglijk lief

Grieks uitstrekkelijk; dat is, met een uitgestrekte of uitgespannen liefde.

64) rein hart;

Dat is, oprecht, ongeveinsd.

1 Peter 2:17

41) Eert een iegelijk;

Namelijk met de eer die hem volgens zijn staat en beroep toekomt.

42) de broederschap lief;

Dat is, de broederen en hunne christelijke vergaderingen, gelijk hierna 1 Petr. 5:9.

1Pe 5.9
Copyright information for DutKant