Isaiah 59:16

39) dat er niemand was,

Te weten die ons hielp, of God den Heere voor het volk bad, of [gelijk het velen verstaan] dat er niemand, maar een bloot mens zijnde, een middelaar zijn kon tussen God en den mens.

40) bracht Hem Zijn arm

De zin is: Christus heeft door zijn goddelijke kracht zijner kerk het heil teweeggebracht. Zie Jes. 63:5.

Isa 63.5

Jeremiah 40:1-4

1) woord,

De woorden dezer profetie volgen eerst Jer. 42:7, enz. maar hier wordt in het volgende ingevoegd een verhaal van de geschiedenissen, die tot de voorzegde profetie de aanleiding hebben gegeven.

Jer 42.7

2) had laten gaan

En de andere dingen ook geschied waren, die onder, na Jeremia's loslating, worden verhaald, te weten dat Gedalia verraderlijk was omgebracht en de Joden naar Egypte wilden trekken.

3) Rama;

Zie 1 Kon. 15:17.

1Ki 15.17

4) laten halen,

Hebreeuws, genomen had. Zie boven Jer. 37:17; alzo terstond Jer. 40:2.

Jer 37.17 40.2

5) gevangenen van Jeruzalem en Juda,

Hebreeuws, gevangenis, of gevankelijke wegvoering; gelijk elders dikwijls.

6) HEERE, uw God,

Aldus spreekt een heiden, tot beschaming der Joden. Hieruit blijkt dat de koning van Babel verstaan had wat Jeremia geprofeteerd had; vergelijk boven Jer. 39:11.

Jer 39.11

7) kwaad over deze plaats gesproken.

Ongeluk, ellende, kwaad der straf.

8) deze zaak geschied.

Of, dit woord aan u geschied; dat is, dit woord des Heeren aan u vervuld; vergelijk boven Jer. 39:16.

Jer 39.16
9) Nu dan,

Dewijl gij bevonden zijt een waarachtig profeet te zijn.

10) hand waren;

Anders: handen.

11) goed is in uw ogen

Dat is, indien het u behaagt.

12) oog op u stellen;

Zie boven Jer. 39:12.

Jer 39.12

13) kwaad is in uw ogen

Dat is, u mishaagt, niet bevalt.

14) voor uw aangezicht,

Dat is, staat voor u open; zie Gen. 13:9.

Ge 13.9
Copyright information for DutKant