Isaiah 6:9
29) tot dit volk: Hier zegt God niet, tot mijn volk, omdat het van Hem geweken was, maar Hij zegt, tot dit volk. 30) maar verstaat niet, Alsof God zeide: Gij zult vergeefsen arbeid doen met dit volk te onderwijzen, niettemin ga heen en doe wat Ik u beveel, tot overtuiging van hunne wederspannigheid. 31) bemerkt niet. Alsof God zeide: Gijlieden zult de woorden dezer profetien wel horen, maar niet verstaan. En dit zal geschieden door mijn rechtvaardig oordeel, die ulieder wederspannigheid alzo straft, namelijk met blindheid en verharding. In dezen zin worden deze woorden gebruikt in het Nieuwe Testament; Matth. 13:14. Mt 13.14Matthew 13:14
10) vervuld, Of, weder vervuld; daar hetgeen Jesaja eertijds gezegd heeft tot de hardnekkige Joden van zijnen tijd, wederom in deze hardnekkige Joden nog eens vervuld wordt. 11) Met het gehoor Hetgeen hier op de wijze van voorzeggen gezegd wordt, is bij Jesaja op gebiedende wijze gesteld, om Gods oordeel over dit hardnekkig volk beter uit te drukken, gelijk het hier ook zou kunnen genomen worden. Zie verder de verklaring van dit alles Jes. 6:9. Isa 6.92 Thessalonians 2:11-12
43) God Dat is, God zal den Satan den toom over hen los laten, om zijn kracht van verleiding tegen hen te gebruiken, en zal Zijne genade, die hen nog wederhield, voortaan inhouden, en hen alzo aan hunne eigen begeerten overgeven waardoor zij krachtiglijk tot dwaling zullen gebracht worden. Zie dergelijke oordelen Gods over de ondankbare mensen, Deut. 28:28; 2 Kron. 18:22; Job 12:17; Jes. 19:14; Rom. 1:24, en Rom. 11:8; 2 Cor. 4:3, 2 Cor. 4:4, enz. De 28.28 2Ch 18.22 Job 12.17 Isa 19.14 Ro 1.24 11.8 2Co 4.3,4 44) leugen Dat is, verzonnen en valse leer. 45) veroordeeld Gr. geoordeeld; dat is, veroordeeld, of verdoemd, gelijk meermalen in andere plaatsen. 46) de waarheid Namelijk des Evangelies. 47) ongerechtigheid Dat is, valse en ongerechtige leer, gelijk 2 Thess. 2:10. 2Th 2.10
Copyright information for
DutKant