Isaiah 60:7

36) Kedar

Dat is, der Kedarenen. Van deze volken, zie de aantekening Ps. 120:5; zij waren Isma‰lieten in Arabi‰, nakomelingen van Abraham uit Ketura. Zie Jes. 21:13,17; Jer. 49:28,29,32.

Ps 120.5 Isa 21.13,17 Jer 49.28,29,32

37) Nebajoth

Dat is, der Nebathieten, in het steenachtige Arabi‰; zij waren nakomelingen van Nebajoth, den zoon van Isma‰l, Gen. 25:13. Hier wordt geprofeteerd dat Abrahams zaad naar het vlees ook zijne kinderen naar het geloof worden en God dienen zouden met den geestelijken godsdienst van het Nieuwe Testament. Vergelijk Mal. 1:11.

Ge 25.13 Mal 1.11

38) met welgevallen

Of, met gunst, met geneigden wil; alzo dat mij hun godsdienst aangenaam is.

39) komen op Mijn altaar,

Dat is, geofferd worden. De zin is: dat die nati‰n zichzelven vrijwilliglijk op het altaar van Christus zouden overgeven tot een levende, heilige en Gode welbehagende offerande, gelijk de apostel spreekt Rom. 12:1.

Ro 12.1

40) het huis

Of, mijn heerlijk huis, dat is mijne kerk, of gemeente der gelovigen, gebouwd van levende stenen, 1 Petr. 2:5.

1Pe 2.5
Copyright information for DutKant