Isaiah 61:2-3

10) Om uit te roepen

Of, om te prediken.

11) het jaar

Dat is, den tijd, of het jaar in hetwelk het den Heere behagen of believen zal zijne genade den bedroefden conscienti‰n te openbaren en te bewijzen, te weten door de predikatie van het heilig Evangelie; zie Jes. 40:8; 2 Cor. 6:2; Tit. 3:4.

Isa 40.8 2Co 6.2 Tit 3.4

12) den dag

Dat is, dien dag, dien God verordineerd of bestemd heeft, in welken Hij alle ongelovigen, onboetvaardigen en vijanden zijner kerk, mitsgaders den duivel, in de eeuwige verdoemenis werpen zal. Zie Jes. 34:8, en Jes. 63:4; Luk. 18:7, en 2 Cor. 10:6.

Isa 34.8 63.4 Lu 18.7 2Co 10.6

13) treurigen

Te weten die treuren over hunne zonden, waarmede zij God vertoornd hebben; 2 Cor. 7:10,11; Jak. 4:9. Of degenen, die treurig zijn vanwege de ellenden der kerk, Jes. 66:10. Want den dusdanigen belooft Christus vertroosting; Matth. 5:4.

2Co 7.10,11 Jas 4.9 Isa 66.10 Mt 5.4
14) Sions

Dat is, der kerk van God.

15) sieraad

Dit is, schone klederen of heerlijkheid, welk woord Matth. 6:29 gebruikt wordt voor schone klederen. Hebreeuws, om hun te geven sieraad, enz.

Mt 6.29

16) as,

Die men op het hoofd placht te strooien en daarin te zitten als men treurde.

17) vreugdeolie

Eertijds placht men ten tijde van vreugde het aangezicht met olie te zalven; maar hier wordt gesproken van de vreugdeolie van den Heiligen Geest, Joh. 14:26,27, en Joh. 15:11. Vergelijkt met de woorden van den profeet hetgeen geschreven staat Hebr. 1:9.

Joh 14.26,27 15.11 Heb 1.9

18) het gewaad

Dat is, een kleed, hetwelk prijzenswaardig is vanwege zijne schoonheid en sierlijkheid; of een kleed, hetwelk men aantrok als men feestdag hield en de gemeente samenkwam om God voor ontvangen genade te danken en te loven. Doch versta hier door het sierlijk gewaad de genaden en giften van den Geest Gods.

19) benauwden

Of, beangstigden. Hebreeuws, samengewrongen geest, die van hartzeer en droefenis als samengekrompen is.

20) geest;

Dat is, gemoed.

21) eikebomen

Bij deze bomen versta degenen, die door het geloof Christus Jezus zijn ingeplant, en die vruchten der gerechtigheid, dat is goede werken dragen. Zie boven Jes. 60:21. De eikebomen der gerechtigheid worden gesteld tegen de eikebomen, die zij misbruikt hadden tot afgoderij. En de gelovigen worden eikebomen genaamd, ten aanzien van hunne sterkte in Christus.

Isa 60.21

Revelation of John 21:4

10) alle tranen van

Zie Jes. 25:8, en hiervoor Openb. 7:17.

Isa 25.8 Re 7.17

11) de dood zal

Namelijk onder degenen die in dit hemels Jeruzalem wonen. Anderszins blijft de dood altijd in den poel des vuurs, waarin hij hiervoor Openb. 20:14 geworpen is.

Re 20.14

12) moeite zal meer

Of arbeid.

13) de eerste dingen

Namelijk van kruis en lijden der gelovigen, en van alle andere ellendigheden en moeiten van het tegenwoordige leven.

Copyright information for DutKant