Isaiah 65:5
18) zeggen: Te weten tot den profeet, die hen wil straffen en tot boete vermanen. 19) Houd u tot uzelven, Dat is, blijf van mij en nader mij niet, bekommer u met uzelven. 20) ik ben Het zijn de woorden der pochers en schijnheiligen, anderen trotserende, als zeer heilige mannen zijnde, daar zij toch geheel onrein waren; zie Spreuk. 30:12; Luk. 18:11; Rom. 2:17, enz. Pr 30.12 Lu 18.11 Ro 2.17 21) heiliger Of, heilig, ten aanzien van u. 22) zijn een rook Dat is, zij zijn mij zeer bezwaarlijk, daarom zal Ik hen in mijnen toorn verdelgen. Anders: zij zijn een rook in mijnen toorn; dat is, zij verdienen een grote straf, die hun ook overkoemn zal in mijnen toorn. Alzo wordt rook voor grote straf genomen; Jes. 14:31; Openb. 18:9,18, en Openb. 19:3, en elders meer. Isa 14.31 Re 18.9,18 19.3 23) den gansen dag Dat is, geduriglijk brandende. Zodat dit te verstaan is van het helse vuur, dat altoos brandt; Mark. 9:45,46,48. Mr 9.45,46,48
Copyright information for
DutKant