Isaiah 9:3

10) het juk

Dat is, het juk, waarmede zij belast of bezwaard waren, en den stok, waarmede men hen op de schouders sloeg. Doch dit alles is te verstaan van een geestelijk juk des duivels en der zonde, van welke Christus zijn volk verlost. En deze geestelijke verlossing wordt hier vergeleken bij de lichamelijke, die ten tijde van Midian geschied is, Richt. 7:22; Jes. 10:26. Want gelijk Gideon de Midianieten door het geklank der bazuinen verstrooid en verslagen heeft, alzo zou Christus door de bazuin van het heilig Evangelie het rijk des duivels verstoren.

Jud 7.22 Isa 10.26

11) desgenen,

Of, desgenen, die daarmede dreef.

Jeremiah 48:33

77) vruchtbare veld,

Hebreeuws, Karmel. Zie boven Jer. 2:7.

Jer 2.7

78) weggenomen is;

Hebreeuws, verzameld; zie Ps. 26:9.

Ps 26.9

79) heb den wijn doen ophouden

Dat is, Ik zal maken dat er geen wijn is. Dit zijn Gods woorden.

80) kuipen;

Of, wijnbakken; zie Jo‰l. 3:13.

Joe 3.13

81) vreugdegeschrei;

Hebreeuws, Hedad; zie boven Jer. 25:30.

Jer 25.30

82) vreugdegeschrei zijn.

Maar veeleer een moordgeschrei gelijk.

Copyright information for DutKant