James 2:7

23) den goeden naam,

Nnamelijk van den Heere Jezus Christus, den Zoon Gods.

24) die over u aangeroepen is?

Namelijk als gij in Zijn naam gedoopt zijt. Of naar welken gij toegenaamd zijt, namelijk Christenen; een Hebreeuwse wijze van spreken. Zie dergelijke Gen. 48:16; Jes. 4:1.

Ge 48.16 Isa 4.1
Copyright information for DutKant