Jeremiah 11:16
39) liefelijke Hebreeuws, vrucht van gedaante. 40) geroep Vergelijk Ezech. 1:24. Eze 1.24 41) vuur Versta, de verwoesting, het verderf en de vertering van land en lieden, door de Babylonirs. 42) denzelven Olijfboom. Anders: een vuur heeft zijne bladeren aangestoken. 43) takken Of, scheuten, loten, spruiten. 44) zullen Anders: zullen zij verbreken.
Copyright information for
DutKant