Jeremiah 12:3

8) Maar Gij,

Met deze betrachting richt zich de profeet op, sterkende zichzelven door de goede conscientie en het geloof van Gods voorzienigheid.

9) [dat het]

Of, [dat] met U [is], of, [hoe hetzelve] tegen, of met U [is]; dat is, Gij weet dat ik het oprecht en getrouw met U houd, en mij van valsheid en boosheid afzonder, en dat ik daarom lijden moet. Vergelijk Gen. 5:22; Hos. 9:8; Micha 6:8, met de aantekening.

Ge 5.22 Ho 9.8 Mic 6.8

10) Ruk

Anders: henlieden ruk Gij weg; te weten als schapen, onvoorziens, van de kudde om te slachten. Dit gebed van den profeet is inderdaad ene profetie en leer van de haastige en onvoorziene verandering van het tijdelijk geluk der goddeloze huichelaars en vervolgers der vrome profeten, voornamelijk zijner landslieden en Anathoth.

11) heilig ze

Dat is, zonder hen af, schik hen, bereid hen. Vergelijk boven Jer. 6:4.

Jer 6.4
Copyright information for DutKant