Jeremiah 25:30

58) brullen uit de hoogte,

Als een leeuw; figuurlijk gesproken, om de verschrikkelijke gevolgen van Gods toorn uit te drukken; zie Jo‰l. 3:16; Amos 1:2.

Joe 3.16 Am 1.2

59) verheffen

Hebreeuws, geven.

60) woning Zijner heiligheid;

Dat is, zijn heilige woning, te weten den hemel.

61) schrikkelijk brullen

Hebreeuws, brullende brullen.

62) over Zijn woonstede;

Of, tegen zijn lieflijke woonstede; dat is, den tempel, gelijk Ps. 79:7.

Ps 79.7

63) vreugdegeschrei,

Hebreeuws, Hedad; zeer na overeenkomende met Hed; dat is, weerklank; Ezech. 7:7.

Eze 7.7

64) [druiven]treders,

Of, Hij zal doen uitroepen, of elkander doen toeroepen de [druiven]treders, of [persen-]treders, die ten tijde van den wijnoogst in den arbeid elkander toeroepen of bij beurten toezingen, tot onderlinge vrolijkheid en verwakkering in het werk, [zie Jes. 16:9,10]; alzo, wil God zeggen, zal Hij maken dat de Babyloni‰rs en anderen elkander lust en moed zullen aanspreken, om als met een algemeen veldgeschrei landen en lieden te overvallen en te verwoesten, zonder zelfs Jeruzalem of den tempell te verschonen; vergelijk onder Jer. 48:32, en Jer. 51:14. Sommigen nemen het aldus: Hij zal [zichzelven] met een vreugdegeschrei antwoorden; alsof de Heere wilde zeggen, dat Hij niet van doen heeft dan iemand hem tot dit oordeel aandrijve of wakker make, dat Hij vanzelf daartoe genegen en wakker is, zichzelven door zijn ijver daartoe drijft.

Isa 16.9,10 Jer 48.32 51.14
Copyright information for DutKant