Jeremiah 27:7
12) zoon, en zijns zoons Evilmerodach, van wien zie 2 Kon. 25:27, en onder Jer. 52:31. 2Ki 25.27 Jer 52.31 13) zoon dienen, Belsazar. Zie Dan. 5. 14) zijns eigenen lands kome; Of, de rechte tijd van zijn land. Hebreeuws, de tijd van zijn land, ook, of zelfs, of ja zijns, te weten, lands; of ook dien, te weten, tijd van zijn land, dat zijn land onder het geweld van anderen door Gods regering zal gebracht worden, en de Babylonische monarchie een einde nemen. Vergelijk Dan. 5:26. Da 5.26 15) doen dienen. Of, hem dwingen te dienen. Zie boven Jer. 25:14. Jer 25.14
Copyright information for
DutKant