Jeremiah 34:3-4
2) zekerlijk gegrepen, Hebreeuws, grijpende gegrepen worden. 3) ogen zullen de ogen des konings van Babel zien, Vergelijk boven Jer. 32:4, en onder Jer. 52:9,10,11. Jer 32.4 52.9,10,11 4) Gij zult door het zwaard niet sterven. Vergelijk boven Jer. 32:5, met de aantekening. Jer 32.5Jeremiah 39:5
13) vingen hem, Zie van het Hebreeuws woord boven Jer. 36:26, hoewel het hier ook slechtelijk kan worden overgezet: en zij namen hem, enz., doch zulks is in deze zaak zoveel als bij ons: zij vingen hem. Jer 36.26 14) naar Ribla, Zie 2 Kon. 23:33. 2Ki 23.33 15) oordelen tegen hem uit. Of, vonnissen, in het getal van velen, waarvoor 2 Kon. 25:6, oordeel, in het getal van enen staat; zie de aantekening aldaar, en vergelijk boven Jer. 1:16, en Jer. 4:12; alzo onder Jer. 52:9. 2Ki 25.6 Jer 1.16 4.12 52.9Jeremiah 52:9
3) oordelen tegen hem. Sententin of vonnissen over hem en de zijnen, vanwege hunne meinedigheid, rebellie en ondankbaarheid; alzo boven Jer. 39:5. Jer 39.5
Copyright information for
DutKant