Jeremiah 4:6

17) naar Sion,

Tot een teken dat zij allen moeten vluchten naar Jeruzalem, als een koninklijke vesting.

18) met hopen,

Of, sterkelijk, sterkt u tot de vlucht; alzo onder Jer. 6:1, en Jes. 10:31. Anders: hoopt u tezamen, vergadert u, kuddet u [om zo te spreken] gelijk Exod. 9:19. Te weten, om met alle man te vluchten. Het Hebreeuwse woord [dat in de voorgemelde plaatsen gevonden wordt] heeft de betekenis van vluchten, vertrekken, zich elders heen begeven, en van vergaderen.

Jer 6.1 Isa 10.31 Ex 9.19

19) kwaad

Dat is, groot ongeluk, jammer en ellende, gelijk de laatste woorden van Jer. 4:6 verklaren.

Jer 4.6

20) noorden,

Uit Chaldea, of Babyloni‰.

21) breuk.

Of, verbreking; dat is ellende, jammer, verderf, verwoesting, gelijk onder Jer. 4:20, en Jer. 6:1,14, en Jer. 8:11,21, en Jer. 10:19, en Jer. 14:17; vergelijk ook Jer. 17:18, en Jer. 22:20, en Jer. 48:3,4,5, en elders dikwijls in dit boek; alzo Jes. 1:28, enz.

Jer 4.20 6.1,14 8.11,21 10.19 14.17 17.18 22.20 48.3,4,5 Isa 1.28

Jeremiah 14:17

40) nederdalen

Gelijk boven Jer. 9:18.

Jer 9.18

41) jonkvrouw

Dat is, mijn volk, of mijne landslieden. Of, [gelijk sommigen] de staat mijns volks, dat hij, naar den stijl der vrouw, vanwege hare schoonheid, tederheid en aangenaamheid, ten aanzien van den staat, die hun van God gegeven was; of [gelijk sommigen] omdat zij nog nooit ganselijk overwonnen en verwoest waren. Zie 2 Kon. 19:21. Anders: de jonkvrouw, de dochter van mijn volk.

2Ki 19.21

42) breuk,

Zie boven Jer. 4:6.

Jer 4.6

43) plage,

Of wonde, die zeer pijnlijk, weedoende, zerig, en voorts gevaarlijk is; alzo boven Jer. 10:19, onder Jer. 30:12; Nah. 3:19.

Jer 10.19 30.12 Na 3.19

43) smartelijk is.

Copyright information for DutKant