Jeremiah 44:14

23) ontkome,

Hebreeuws, geen ontkome of overgeblevene, gelijk boven Jer. 42:17.

Jer 42.17

24) waarnaar hun ziel verlangt

Hebreeuws, waarnaar zij hunne ziel opheffen; zie boven Jer. 22:27.

Jer 22.27

25) ontkomen zullen.

Hebreeuws, de ontkomenen; te weten enigen vromen, die tegen hunnen dank in Egypte gevoerd zijn; of anderszins, die het God zal believen genadiglijk te bekeren en over te laten, om getuigen te zijn van de waarheid van deze zijne profetie‰n. Vergelijk onder Jer. 44:28.

Jer 44.28

Jeremiah 44:28

48) van het zwaard ontkomen,

Hebreeuws, ontkomenen van het zwaard.

49) weinig in getal;

Hebreeuws, lieden van getal; zie Gen. 34:30; en vergelijk boven Jer. 44:14.

Ge 34.30 Jer 44.14

50) zijn,

Anders: waren, verstaande de ontkomenen.

51) weten,

Dat is, ervaren, vernemen, ondervinden; alzo in Jer. 44:29.

Jer 44.29

52) het Mijn of het hunne.

Hebreeuws, van mij, of van hen; dat is, dat van mij is uitgegaan, of hetgeen dat van hen is uitgegaan.

Copyright information for DutKant