Jeremiah 6:16

47) oude paden,

Hebreeuws, paden der eeuwigheid; dat is, die God zijn volk in voortijden altoos geleerd en geleid heeft om hen tot de zaligheid te brengen. Vergelijk boven Jer. 2:17, en onder Jer. 18:15.

Jer 2.17 18.15

48) rust vinden

Troost en zaligheid.

1 Corinthians 11:1

1) Christus.

Namelijk navolger ben; namelijk die het volmaaktste voorbeeld is van alle deugden, zodat men de leraars wel moet navolgen, maar zo ver als zij Christus navolgen.

Hebrews 11:1-2

1) is een vaste grond

Of een vast vertrouwen; dat is, hetgeen doet bestaan, of vast en als tegenwoordig staan de dingen die van God in Christus beloofd zijn, en die derhalve door de hoop worden verwacht, hetwelk niet alleen geschiedt door een toestemming van Gods beloften in ons verstand, maar ook door een vertrouwen op deze in onzen wil; zie Rom. 4:18, enz. en hiervoor Hebr. 3:14. Grieks hypostasis; dat is, zelfstandigheid; van welk woord, zie ook 2 Cor. 9:4, en 2 Cor. 11:17.

Ro 4.18 Heb 3.14 2Co 9.4 11.17

2) een bewijs

Of overtuiging; want het geloof ziende op Gods openbaring en belofte, overtuigt en verzekert het hart des mensen veel sterker van de waarheid der zaak, dan enig ander bewijs uit de natuurlijke rede voortgebracht.

3) der zaken, die men niet ziet.

Dat is, zelfs die door natuurlijke zinnen of rede door ons niet worden begrepen; of, die niet tegenwoordig zijn voor onze ogen. Want hoewel de dingen, die gezien worden ook wel geloofd worden, gelijk Christus tot Thomas spreekt, Joh. 20:29; nochtans is dit eigenlijk niet het Goddelijk geloof, dat is ons door den Heiligen Geest wordt gewrocht, hetwelk alleen op Gods belofte of openbaring ziet, het zij de dingen nu verleden, tegenwoordig, of toekomende zijn, gelijk uit de voorbeelden, die Paulus voortbrengt, zal blijken.

Joh 20.29
4) de ouden

Namelijk voorvaders, van wie wij afkomstig zijn, en werker voorbeelden wij moeten navolgen.

5) getuigenis bekomen.

Namelijk dat zij Gode behaagden, gelijk Hebr. 11:5 wordt uitgedrukt.

Heb 11.5

Hebrews 12:2

8) Ziende op den overste Leidsman

Namelijk vooral; want, hoewel wij ook wŠl doen, ziende op de voorgaande getuigen, zo moeten wij nochtans vooral onze ogen hierin op Christus slaan, die de leidsman tot het geloof is, en de volmaker daarvan.

9) voor de vreugde,

Dat is, in plaats van de vreugde, namelijk welker gebruik hij had kunnen behouden, ten ware dat hij zich om onzentwil had vernederd en het kruis verkoren; Filipp. 2:6, enz. Anderen zetten het over, om de vreugde; namelijk waartoe Hij door Zijn lijden, niet alleen zelf zou komen, maar ook de gelovigen brengen; Luk. 24:26; 1 Petr. 1:11.

Php 2.6 Lu 24.26 1Pe 1.11

10) schande veracht,

Namelijk die hem van de zondaren aangedaan werd in leven en sterven, gelijk in Hebr. 12:3 verklaard wordt.

Heb 12.3

11) is gezeten aan de rechter[hand]

Namelijk daarna, als hij dit alles standvastig en lijdzaam had overwonnen, ons ook tot een voorbeeld van een gelukkige uitkomst.

Hebrews 13:7

10) voorgangeren,

Of leidslieden, gelijk Hebr. 13:17. Hij spreekt inzonderheid van de apostelen en andere getrouwe leraars, die hun leer met hun bloed hadden verzegeld, zonder op enige wereldse vergelding te letten, maar alleen op de eeuwige en hemelse hebben gezien, gelijk de volgende woorden uitwijzen. Hij wil dan dat zij altijd hunner voorgangers leer, standvastigheid in het geloof en geduld in het lijden gedenken, maar niet dat zij die enige godsdienstige eer zouden aandoen.

Heb 13.17
Copyright information for DutKant