Jeremiah 8:2

2) die zij liefgehad,

Zon, maan, enz.

3) gezocht

Of, raad gevraagd.

4) zij zullen niet

De voorzegde beenderen.

5) aardbodem

Hebreeuws, op het aangezicht der aarde; dat is op het open land.

Jeremiah 19:13

25) met al de huizen,

Anders: om, of vanwege.

26) daken

Omdat zij plat waren. Zie Deut. 22:8, en onder Jer. 32:29.

De 22.8 Jer 32.29

27) heir des hemels

Gelijk boven Jer. 8:2.

Jer 8.2

28) geofferd

Gelijk boven Jer. 7:18.

Jer 7.18

Jeremiah 44:17-18

26) ganselijk doen

Of, zekerlijk. Hebreeuws, doende doen.

27) hetgeen

Hebreeuws, woord, ding, zaak.

28) uit onzen mond is uitgegaan,

Dat is, wij zullen onze geloften volbrengen, zie Num. 30:2; Richt. 11:36, en onder Jer. 44:25.

Nu 30.2 Jud 11.36 Jer 44.25

29) Melecheth des hemels,

Zie boven de aantekening Jer. 7:18.

Jer 7.18

30) vrolijk,

Hebreeuws, goed; dat is, vrolijk. Zie Richt. 16:25.

Jud 16.25

31) zagen geen kwaad.

Dat is, ons wedervoer geen ongeluk of tegenspoed; zie Job 7:7.

Job 7.7

Jeremiah 44:25

38) zij hebben toch met uw mond gesproken,

De vrouwen, zie boven Jer. 44:15, enz. Alsof de Heere zeide: Gij zijt deze zaak tezamen wel eens, de een zegt het, de ander doet het, gij helpt elkander. Anders: Gij en uwe vrouwen, gij hebt, enz.

Jer 44.15

39) vervuld,

Dat is, metterdaad volbracht.

40) ganselijk houden,

Hebreeuws, doende doen; dat is, zonder fout in het werk stellen, volbrengen.

41) zij hebben uw geloften

Uwe vrouwen.

42) volkomenlijk bevestigd

Hebreeuws, bevestigende bevestigd. Zie boven Jer. 35:14, met de aantekening.

Jer 35.14

43) volkomenlijk gehouden.

Hebreeuws, doende gedaan.

Jeremiah 44:29

53) dit zal ulieden het teken zijn,

Dat in Jer. 44:30 verhaald wordt.

Jer 44.30

54) over u bezoeking zal doen;

Dat is, u straffen zal; zie Gen. 21:1.

Ge 21.1

55) zekerlijk over u bestaan zullen ten kwade;

Hebreeuws, bestaande, of oprijzende bestaan zullen.

Copyright information for DutKant