Jeremiah 9:12

21) wijze man,

Alsof hij zeide: Zulken zijn er zeer weinig onder het ganse volk, niettegenstaande ik, nevens andere dienstknechten des Heeren, dit geduriglijk door Gods bevel uitroep, tegen de verleidingen der valse profeten, die niet dan van vrede spreken. Zie boven Jer. 8:11,15.

Jer 8.11,15

22) verkondige,

Of verklare.

Hosea 14:9

33) Efraim!

Dit kan men nemen als woorden van God, die zich zonderling laat gevallen [gelijk iemand die verblijd is], dat Efra‹m alle afgoderij verworpen heeft en hem daarmede niet meer lastig valt of omsingelt, gelijk tevoren. Zie Hos. 12:1, enz. Of men kan het nemen voor woorden van den bekeerden Efra‹m, aldus: Efra‹m [zal zeggen] enz.

Ho 11.12

34) wat heb Ik meer met de afgoden te doen?

Hebr. wat [is] mij en den afgoden. Zie 2 Sam. 16:10, en van het woord afgoden, in Hos. 8:4.

2Sa 16.10 Ho 8.4

35) verhoord,

Dit schijnt te zien op het gebed in Hos. 14:3,4. Anders: Ik zal [hem] verhoren, of Ik verhoor en aanschouw, of aanzie hem.

Ho 14.2,3

36) zien;

Mijn ogen zullen steeds op hem zijn, ten goede, Ik zal mijn aangezicht voor hem niet verbergen. Zie Jer. 24:6, gelijk Ik tevoren op hem loerde ten kwade, Hos. 13:7. Anders: Ik heb hem aangezien; te weten genadiglijk, of op hem gelet.

Jer 24.6 Ho 13.7

37) denneboom;

Die zijne groenigheid, of zijn loof, [gelijk de kruidbeschrijvers betuigen] den gansen winter door houdt, en met een lieflijke grote schaduw verkwikt; alzo [wil God zeggen] zal Ik hen verkwikken tegen de hitte aller tegenspoeden en vervolgingen.

38) vrucht is uit Mij gevonden.

Waarvan in Hos. 13:15. Dat is, door mijn genadige en krachtige werking zult gij zeer vruchtbaar zijn ten goede, uwe vrucht zal er gewis zijn. Zie Joh. 15:1, enz.; Ps. 1:3, enz.; en verg. in Hos. 14:6,7,8, en aangaande het woord gevonden, of niet gevonden worden, verg. Micha 1:13; Zef. 3:13; Mal. 2:6; 1 Petr. 2:22; idem Num. 11:22; Ps. 46:2.

Ho 13.15 Joh 15.1 Ps 1.3 Ho 14.5,6,7 Mic 1.13 Zep 3.13 Mal 2.6 1Pe 2.22 Nu 11.22 Ps 46.1
Copyright information for DutKant