Job 11:4

6) Mijn leer

Te weten, waardoor Job geleerd had dat God de goeden zowel gestraft als de kwaden, boven, Job 9:22, hoewel Hij zulks rechtvaardiglijk doet, in hetzelfde hoofdstuk, Job 9:2,3, doch niet altijd acht hebbende op de zonde [gelijk wanneer Hij de goddelozen straft], boven, Job 10:7. Het Hebreeuwse woord betekent niet alleen het onderwijs, dat gegeven wordt, maar ook de wetenschap, die ontvangen wordt. Vergelijk Spreuk. 1:5, en Spreuk. 4:2, enz.

Job 9.22,2,3 10.7 Pr 1.5 4.2

7) ik ben rein

Zie boven, Job 10:7, waar Job wel zegt dat hij niet goddeloos was, maar niet, gelijk Zofar hem hier verwijt, dat hij zuiver was in des Heeren ogen. Het eerste verstond Job van gruwelijke goddeloosheid, die zijn vrienden hem oplegden; en dit andere, dat Zofar hem hier ten laste legt, verstaat zich van een volkomen reinheid, die Job noch zichzelven, noch iemand toegeschreven heeft. Zie boven, Job 9:2.

Job 10.7 9.2

8) in uw ogen.

De ogen Gods betekenen hier zijn oordeel; alzo 1 Sam. 15:19; 1 Kon. 11:6.

1Sa 15.19 1Ki 11.6
Copyright information for DutKant