Job 12:5

8) verachte fakkel,

Dat is, als een verachte fakkel, die bijna uit is en afgebrand, en die men pleegt weg te werpen als onnut zijnde om meer te lichten.

9) gerust is;

Te weten, van alle vrees des kwaads, gelijk Spreuk. 1:33. Dat is, die op zijn gemak is en in voorspoed zit, zonder enige moeite of kwelling van iemand te lijden of te verwachten.

Pr 1.33

10) gereed

Dat is, die nabij den val schijnt te wezen, door het menigerlei kruis en verdriet, dat hem overkomen is. Job verstaat dit van zichzelven; vergelijk Ps. 35:15, en Ps. 38:18; Jer. 20:10.

Ps 35.15 38.17 Jer 20.10

11) met den voet

Hebreeuws, tot de struikeling des voets, of, [om te zijn] onder de struikelenden met den voet.

Psalms 38:17

22) zeide

Te weten, bij mijzelven, dat is, ik dacht, of ik zeide; te weten, in mijn gebed tot U.

23) grootmaken

Gelijk Ps. 35:26. Zie aldaar.

Ps 35.26

Jeremiah 20:10

24) de naspraak

Of, naklap, boos gerucht.

25) Magor-missabib,

Zie #Jer. 20:3. Dezen mag men nemen voor een aanleider van hetgeen, waarvan verder in Jer. 20:10 gesproken wordt. Anders: schrik, of vrees, [grijpt mij aan] van rondom, [zij zeggen] enz.

Jer 20.3,10

26) Geef [ons] te kennen,

Dat is, verneem er naar en let er op, wat gij van Jeremia hoort, en breng het ons aan, opdat wij het den oversten, zo kerkelijken als politieken, aanbrengen, om tegen hem te beraadslagen.

27) al mijn vredegenoten

Hebreeuws, alle mensen mijns vredes, alzo onder Jer. 38:22; vergelijk 2 Sam. 8:10; Ps. 41:10.

Jer 38.22 2Sa 8.10 Ps 41.9

28) hinking;

Of ik mij ergens in mijn ambt of leven mocht vergrijpen of struikelen, en zij mij daarover ten val of in lijden brengen; vergelijk Ps. 35:15, en Ps. 38:18.

Ps 35.15 38.17

29) overreed worden,

Zich met zoete woorden laten misleiden, om het een tegen het ander te zeggen, of anderszins feilen en gelegenheid geven tot zijn verderf.

Copyright information for DutKant