Job 13:15-16

31) Ziet,

Of, ziet, dat Hij mij doodde; te weten, God. De zin is: Het is zover vandaar, dat ik zou wanhopen, dat ik niet wil laten op God te vertrouwen, ofschoon Hij mij in dit verdriet uit het leven wegrukte. Anders, zo Hij mij doodt, ik zal op Hem hopen. De zin is enerlei.

32) Evenwel

Dat is, hoewel ik weet dat God mijn toeverlaat altijd blijven zal in leven en in sterven, nochtans kan ik niet nalaten het recht mijner zaak tegen het gevoelen dezer vrienden te verweren.

33) Hij mij

Te weten, God.

34) huichelaar

Te weten, waarvoor gij mij houdt, hoewel ten onrechte, gelijk God mijn hart kent en mij mijn conscientie getuigt; vergelijk boven, Job 8:13, en de aantekening.

Job 8.13

Job 18:21

51) de plaats

Dat is, staat en conditie. Vergelijk boven, de aantekening Job 8:18.

Job 8.18

52) die God

Dat is, naar God niet vraagt om van zijn wezen, wil en werken een rechte wetenschap te hebben, ten einde dat hij hem behage en diene. Vergelijk Exod. 5:2; Richt. 2:10; Ps. 78:6; 2 Thess. 1:8.

Ex 5.2 Jud 2.10 Ps 78.6 2Th 1.8
Copyright information for DutKant