Job 14:21
48) komen Te weten, door groten voorspoed, overvloedigen rijkdom, hogen staat, enz. 49) hij weet het niet; Te weten, omdat hij uit de wereld gescheiden is, zulks dat zijner kinderen welvaren hem niet vermaakt. 50) klein, Te weten, door tegenspoed, armoede, lagen staat, enz. 51) let niet op hen. Of, hij verneemt niet naar hen, of hij slaat hen niet gade; dat is, dood zijnde, is hij over hen niet bekommerd. Vergelijk Pred. 9:5. Ec 9.5 Proverbs 9:6
16) slechtigheden, Zo wordt het Hebreeuwse woord genomen boven Spreuk. 1:22. Anders: laat de slechten varen, of verlaat de slechten. Pr 1.22 17) leeft; Een bevel, inhoudende ene belofte van te zullen leven. Zie boven Spreuk. 3:25. Pr 3.25 18) weg des verstands. Dat is, waardoor men tot het rechte verstand en de ware wijsheid geraakt, en dien de verstandigen betreden. Zie 1 Kon. 8:36. 1Ki 8.36
Copyright information for
DutKant