Job 18:5

11) Ja,

Alsof hij zeide: Hoezeer dat gij ons tegenspreekt, het is nochtans alzo, dat de goddelozen gestraft worden; en vervolgens, dewijl gij gestraft wordt, zijnde van God uit uw gehele welvaren gruwelijk gesloten, dat zij goddeloos moet zijn.

12) het licht

Versta, den voorspoed dezes levens, bestaande in eer, macht, rijkdom, gezondheid, weelde en vreugde, die velen hier op aarde hebben. Het woord licht is voor allerlei welstand en vreugde genomen. Zie Esth. 8:16; onder, Job 22:28, en Job 30:26, en Job 38:15; Ps. 97:11; Spreuk. 13:9; Jes. 59:9, enz. Vergelijk hiermede boven de aantekening op Job 11:17.

Es 8.16 Job 22.28 30.26 38.15 Ps 97.11 Pr 13.9 Isa 59.9 Job 11.17

13) de vonk

Dat is, het minste van zijn heil of voorspoed zal hij niet genieten. Het woord vuur betekent hier evenveel als het voorgaande woord licht, dat is, voorspoed en welstand. Vergelijk Gen. 15:17.

Ge 15.17

14) zijns vuurs

Te weten, des goddelozen, of een ieder van hen.

Psalms 18:28

7) hoge

Zie Ps. 10:4.

Ps 10.4

Proverbs 13:9

16) Het licht

Dat is, de welstand, gelukzaligheid en vreugde der vromen. Zie Job 18:5.

Job 18.5

17) zal zich verblijden;

Dat is, wordt vermeerderd en neemt toe, gelijk het licht der zon, die opgaat totdat zij aan den middag komt. Vergelijk boven Spreuk. 4:18,19, en Spreuk. 29:6.

Pr 4.18,19 29.6

Proverbs 20:20

58) lamp

Dat is, zijn welstand, voorspoed en welgelukzaligheid zal vergaan. Zie Job 18:6.

Job 18.6

59) in zwarte duisternis.

Hebreeuws, in de zwartheid der duisternis; dat is als de duisternis zo groot is, dat zij gans zwart en dik is. Vergelijk boven Spreuk. 7:9, en de aantekening. Versta daarbij een zeer droevigen en ellendigen staat, in welken de vloeker van God zal verlaten worden. Zie Gen. 15:12.

Pr 7.9 Ge 15.12
Copyright information for DutKant