Job 19:26-27
46) zij Te weten, de doorboorders, dat is, de wormen en maden, die mijn huid en gehele lichaam in de aarde doorboren zullen. 47) na mijn huid Dat is, na de doorboring en verslinding mijner huid. 48) dit doorknaagd Versta, het overige zijns lichaams, waarop hij met zijn vinger gewezen heeft, alsof hij zeide: Dit ellendig vlees en deze zwakke benen, die met de huid bedekt zijn. De zin is, dat de wormen niet alleen zijn huid, maar ook zijn vlees en benen, of het gehele lichaam doorknagen zouden, doch dat daarna in de verrijzenis hetzelve hem weder geworden zou, om daarin zijn God te zien. 49) God aanschouwen; Namelijk den Heere Christus, God geopenbaard in het vlees, en zichtbaar in grote majesteit ten oordeel verschijnende. 50) voor mij Dat is, tot mijn best, of tot mijn eeuwige vreugde en zaligheid. 51) een vreemde; Te weten, mens, of oog; dat is, met geen ander lichaam of ogen zal ik Hem aanschouwen, dan met deze mijn eigene, gelijk ik ook met mijn eigen lichaam opstaan zal, en niet met een ander van nieuws geschapen; zie 1 Cor. 15:53. 1Co 15.53 52) mijn nieren De nieren worden in de Heilige Schrift zeer dikwijls voor het inwendigste, als voor de begeerten, aandoeningen, of bewegingen des mensen genomen, gelijk Job 19:27 en Ps. 7:10, en Ps. 26:2; Spreuk. 23:16; Jer. 12:2, enz. Vergelijk onder, Job 38:36. Job 19.27 Ps 7.9 26.2 Pr 23.16 Jer 12.2 Job 38.36 53) verlangen zeer Of, vergaan; te weten van verlangen, dat is, mijn begeerten en genegenheden zijn zo ontstoken tot de aanschouwing van mijn Heere en Zaligmaker, dat zij bijna versmachten, of bezwijken. Het Hebreeuwse woord wordt zo genomen 2 Sam. 13:39; Ps. 84:3, en Ps. 119:81,82,123, en Ps. 139:13. 2Sa 13.39 Ps 84.2 119.81,82,123 139.13 54) schoot. Versta, het binnenste des mensen. Zo wordt dit genomen Pred. 7:9. Ec 7.9
Copyright information for
DutKant