Job 20:24

47) Hij zij gevloden

Dat is, gesteld dat hij door de vlucht een gevaar ontkomen is, een ander zal hem treffen. Ditzelfde wordt met andere manier van spreken ook uitgedrukt Jes. 24:18; Jer. 48:44, en Amos 5:19.

Isa 24.18 Jer 48.44 Am 5.19

48) doorschieten.

Hebreeuws eigenlijk, doorgaan.

Copyright information for DutKant