Job 21:30

58) onttrokken

Te weten, opdat de algemene plagen over hem niet komen, maar dat hij daarvan meer dan anderen verschoond blijve.

59) [dat zij]

Te weten, de bozen. Verandering des getals. Zie boven, Job 21:10. De zin is in het voorgaande lid.

Job 21.10

60) verbolgenheden

Versta de straffen, die door Gods toorn over de zonden der mensen komen. Toorn, of gramschap, wordt dikwijls genomen voor de straf, die daaruit voortkomen. Zie Exod. 15:7; Num. 16:46; Ps. 78:49, en Ps. 85:4; Klaagl. 4:11, enz.

Ex 15.7 Nu 16.46 Ps 78.49 85.3 La 4.11
Copyright information for DutKant