Job 23:3-4

6) Och,

Hebreeuws, wie zal geven, ik heb geweten, en ik zal hem vinden. Zie van deze manier van wensen boven, Job 6:8.

Job 6.8

7) Hem

Te weten, God.

8) stoel

Te weten, niet zijner strenge gerechtigheid, maar van zijn vriendelijke genade en vertrouwen, niet van enige volmaaktheid voor God, maar van onschuld voor de mensen.

9) het recht

Dat is, mijn rechtzaak. Vergelijk Num. 27:5, en 1 Kon. 8:45.

Nu 27.5 1Ki 8.45

10) ordentelijk

Dat is, ordelijk aandienen, beleiden en verweren.

11) met verdedigingen

Dat is, met redenen om mijn zaak te verdedigen; te weten, om te tonen en waar te maken dat ik geen huichelaar ben, waarvoor ik van deze mijn vrienden gehouden word. Zie van het Hebreeuwse woord boven, Job 13:6.

Job 13.6
Copyright information for DutKant