Job 26:5

11) De

Nadat Job Bildads rede verworpen heeft, spreekt hij breder van de volmaakte eigenschappen en werken Gods, waarvan Bildad gehandeld had, om te tonen dat de dingen, van hem verhaald, hem wel bekend waren, en vervolgens dat zijn verhaal onnodig en ontijdig was geweest en niet wel passende op hun geschil.

12) doden

Versta, de gestorven mensen. Alzo is het Hebreeuwse woord refaim dikwijls in de Heilige Schrift genomen. Zie Ps. 88:11; Spreuk. 2:18, en Spreuk. 9:18; Jes. 14:9, en Jes. 26:14. Anderen verstaan de dode dingen, die in de aarde en wateren van God geformeerd worden, als goud, zilver, kostelijk gesteende, koper, staal, ijzer, enz. Sommigen verstaan de reuzen, gelijk het Hebreeuwse woord dezen ook betekent; Deut. 2:20, en Deut. 3:13.

Ps 88.10 Pr 2.18 9.18 Isa 14.9 26.14 De 2.20 3.13

13) geboren worden

Dat is, wedergeboren, of weder levend worden door de opstanding, welke een wedergeboorte genaamd wordt; Matth. 19:28. Het Hebreeuwse woord is voor geboren worden genomen; Ps. 51:7; Spreuk. 8:24,25.

Mt 19.28 Ps 51.5 Pr 8.24,25

14) van onder

Dat is, uit de aarde, die het onderste element is.

15) hunne inwoners.

Versta, der wateren; dat is, de dode lichamen, die in de zee en andere wateren liggen. Zie Openb. 20:13; waarom sommigen het woord en hier nemen voor, dat is.

Re 20.13
Copyright information for DutKant