Job 28:6
17) Haar stenen Te weten, der aarde. 18) zijn de plaats Dat is, hebben bij zich saffierstenen, die de mijnwerkers uitgraven. Zie van dit gesteente ook onder, Job 28:16; idem Exod. 24:10, en Exod. 28:18; Hoogl. 5:14. Job 28.16 Ex 24.10 28.18 So 5.14 19) zij heeft Te weten, die plaats. 20) stofjes Dat is, zandjes van goud, die onder de aarde gemengd zijn en daaruit, door het vernuft en werk des mensen, gezameld en gescheiden worden.
Copyright information for
DutKant