Job 29:10

20) hunne tong

Deze manier van spreken betekent stilzwijgendheid of onvermogendheid van spreken; zie dezelve ook Ps. 137:6; Ezech. 3:26.

Ps 137.6 Eze 3.26

Psalms 137:6

19) Mijn tong kleve

Te weten, met welke ik gewoon ben mijnen God lofzangen te zingen; dat is, zo moet ik sprakeloos zijn, gelijk Job 29:10; zie ook Ps. 22:16.

Job 29.10 Ps 22.15

20) zo ik Jeruzalem

Dat is, zo ik den welstand van Jeruzalem en der kerk Gods niet houd en acht voor mijn hoogste vreugde en blijdschap. Voorts, hoogste. Hebr. hoofd; hetwelk ook voor het hoogste of voornaamste gebruikt wordt, Zie de aantekening bij Exod. 30:23.

Ex 30.23

Ezekiel 3:26

74) Ik zal uw tong

De Heere geeft hiermede te verstaan dat Hij de moedwilligheid der Joden niet bedwingen, maar een tijdlang toelaten zou tot hun meerdere straf.

75) aan uw gehemelte doen kleven,

Dit kan verstaan worden •f van lichamelijke stomheid, •f van onbekwaamheid en verslagenheid des geestes, die God zijnen profeet heeft laten overkomen, omdat de Joden zijne predikati‰n onwaardig waren. Sommigen verstaan het alsof de Heere zeide: Ik zal u niets openbaren in dien tijd.

76) een wederspannig huis.

Zie boven Ezech. 2:5; Hebreeuws, een huis der wederspannigheid. Alzo in het volgende.

Eze 2.5

John 19:28

47) volbracht was,

Namelijk zover en tot hiertoe, wat van mij voorzegd is.

Copyright information for DutKant