Job 3:4

4) zij duisternis;

Dat is, hij verdonkere, dat het licht der zon hem niet beschijne, of zij uit de natuur der dingen weggenomen.

5) niet vrage

Of, hem niet zoeke, bezorge; te weten, om hem gelijk andere dagen het licht te vergunnen, of in het wezen der dingen te laten. Welken zin de voorgaande en volgende woorden van Job 3:4 medebrengen. Vergelijk de manier van spreken met Deut. 11:12, en zie de aantekeningen daarop.

Job 3.4 De 11.12

Isaiah 62:2

7) uw gerechtigheid

Te weten, die gerechtigheid, o Zion, of Jeruzalem, met welke gij van uwen Bruidegom Christus Jezus zult zijn versierd geworden.

8) een nieuwen naam

Dat is, gij zult vernieuwd en in een beteren staat gebracht worden, dan gij tevoren waart, en deze nieuwe en betere staat zal ook oorzaak zijn van den nieuwen naam; die van nature kinderen zijn des toorns, Ef. 2:3, zullen uit genade genoemd worden kinderen Gods, 1 Joh. 3:1, en degenen, aan welken Hij een welgevallen of lust heeft Jes. 62:4. Dezen nieuwen naam kent niemand, dan die hem ontvangt; Openb. 2:17.

Eph 2.3 1Jo 3.1 Isa 62.4 Re 2.17

9) uitdrukkelijk

Zie van het Hebreeuwse woord Gen. 30:28.

Ge 30.28
Copyright information for DutKant