Job 30:19

42) slijk

Dat is, in de uiterste versmaadheid. Het woord slijk is in gelijken zin genomen Ps. 40:3, en Ps. 69:15; Micha 7:10.

Ps 40.2 69.14 Mic 7.10

43) aan stof

Zie Gen. 18:27, en de aantekening.

Ge 18.27

Psalms 69:2

Jeremiah 38:6

12) kuil van Malchia,

Zoekende hem heimelijk om hals te brengen.

13) Hammelech,

Of, des konings; gelijk boven Jer. 36:26.

Jer 36.26

14) slijk.

Vergelijk Ps. 69:3, en Ps. 40:3.

Ps 69.2 40.2

Jeremiah 38:10

19) onder uw hand,

Hebreeuws, in uwe hand; dat is, neem hen met u, onder uw beleid, bevel, tot uwen dienst. Zie van deze manier van spreken 2 Sam. 8:10; alzo in Jer. 38:11.

2Sa 8.10 Jer 38.11

20) haal den profeet Jeremia op uit den kuil,

Hebreeuws, doe opkomen, opklimmen.

Copyright information for DutKant