Job 32:22

41) zou mijn

Te weten, indien ik zulks deed.

42) Maker

Dat is, God, die mij gemaakt en geschapen heeft. Zie boven, Job 4:17.

Job 4.17

43) wegnemen.

Dat is, doden en verderven.

Psalms 2:12

27) Kust den

Dat is, eert Hem als mijn eeuwigen Zoon, en neemt Hem voor uwen Koning aan, gelooft in Hem, weest Hem onderdanig. Verg. Gen. 41:40. 1 Sam. 10:1.

Ge 41.40 1Sa 10.1

28) weg vergaat

Of, onderweg; dat is, in het midden van uw gewoel en ongehoorzaamheid.

29) een weinig

Of, haastiglijk, een korte tijd. Zie 2 Kron. 12:7. Ps. 81:15. Jes. 26:20. Anders, want zijn toorn zal in kort ontbranden.

2Ch 12.7 Ps 81.14 Isa 26.20

Psalms 81:14

32) dat Isra‰l

Dat is, de Isra‰lieten. Daarom volgt er in den Hebr. tekst, gewandeld hadden, in het getal van velen.

Copyright information for DutKant