Job 33:17

29) van zijn

Het woord van is hier in te voegen uit het volgende lid van Job 33:17.

Job 33.17

30) werk,

Te weten, kwaad werk dat hij voorhad. Zie Gen. 20:3, en Gen. 31:24.

Ge 20.3 31.24

31) de hovaardij

Dat is, de grootsheid en vermetelheid des harten, waardoor de mens tot een kwaad voornemen geraakt.

32) verberge;

Hebreeuws, bedekke; dat is, wegneme. Vergelijk de manier van spreken met degene die boven is, Job 3:10.

Job 3.10
Copyright information for DutKant