Job 37:11

28) [door] klaarheid;

Namelijk, mits die door het schijnsel der zon te verdunnen, te verdelen en te verstrooien. Anders, door bevochtiging [der aarde]; dat is, als Hij de wolken zeer ontsluit om water uit te gieten; waardoor de wolken bij gelijkenis van degenen, die veel werk doen, worden gezegd vermoeid te worden.

29) de wolk

Dat is, waardoor Hij licht en klaarheid voortbrengt, als zij verstrooid is. Of, versta, de wolk van zijn weerlicht, of bliksems, waardoor God het weerlicht of den bliksem doet voortschieten. Anders, Hij verstrooit de wolken zijns regens. Vergelijk boven, Job 36:30, met de aantekening.

Job 36.30

Job 38:25

59) stortregen

Of, den plasregen. Hebreeuws, overvloeiing.

60) waterloop

Te weten, waardoor de wateren, uit de lucht vallende, hun loop hebben op de aarde, om het een of het ander land te bevochtigen.

61) een weg

Vergelijk boven, Job 28:26.

Job 28.26

62) voor het weerlicht

Anders, voor de ruisende vlaag. Hebreeuws, weerlicht, of vlaag der stemmen.

Copyright information for DutKant