Job 5:11

22) de vernederden

Dat is, die verkleind zijn door armoede en allerlei ellende, komende voornamelijk uit gebrek van Gods zegen.

23) rouwdragenden

Hebreeuws, zwarte; dat is, welke in het zwart gekleed zijn, als degenen, die treuren of rouw dragen. Versta dan, bedroefden en treurigen.

Psalms 38:6

8) dwaasheid

Of, onbedachtzaamheid, onbezonnenheid, onvoorzichtigheid: waardoor hij zijne zonden en gebreken verstaat. Verg. Ps. 38:4, en onder, Ps. 69:6.

Ps 38.3 69.5

Psalms 42:9

21) [Maar]

Alsof hij zeide: Dit is het alleen; dat mij dag en nacht behoudt; zonder dat ware ik een verloren man.

22) gebieden

Zie van deze manier van spreken Lev. 25:21. en verg. Ps. 44:5.

Le 25.21 Ps 44.4

23) zijn leid

Dat is, van Hem, die mij altoos oorzaak geeft om Hem te danken en te bidden. Verg. Job 35:10. Jes. 30:29.

Job 35.10 Isa 30.29

24) mijns

Dat is, die mij wonderbaarlijk bij het leven houdt en in alle gevaren bewaart.

Psalms 43:2

3) in het

Zie Ps. 35:14.

Ps 35.14
Copyright information for DutKant