Job 6:13

27) hulp

Dat is, mijn verantwoording, waardoor ik mij zou mogen helpen en verdedigen tegen het verkeerd oordeel, dat tegen mij gestreken wordt.

28) wijsheid

Of, deugdzaamheid, onnozelheid, vroomheid. Zie van de betekenis des Hebreeuwsen woords, boven, Job 5:12. Anders, is het niet zo, dat mijn hulp niet in mij is? en het wezen of de kracht uit mij verdreven? verstaande dat Job hier vervolgt de kracht van zijn ellende, nietigheid en krachteloosheid.

Job 5.12

Job 11:6

10) dubbel

Dat is, nog eens zo groot in der daad en waarheid. De zin is, dat in Gods wijsheid nog veel meer reden was om Job harder te straffen, dan hij gestraft was, indien Hij tegen hem het hoogste recht had willen gebruiken; vergelijk Ezra 9:15. Anders, want der wijsheid is nog eens zoveel.

Ezr 9.15

11) in wezen!

Anders, bij de wet, die nog eens zoveel vereist dan gij gedaan hebt. Zie van het Hebreeuwse woord touschijah, boven, Job 5:12.

Job 5.12

12) vergeet

Dat is, afstaat, of vermindert. Of aldus: Dat God u vergeet [dat is, geen weldadigheid bewijst] vanwege uwe ongerechtigheid, of dat God u afvordert, enz. Anders, van u [min] eist, dan uw ongerechtigheid [verdient].

13) ongerechtigheid.

Dat is, straf uwer ongerechtigheid. Zie Lev. 5:1.

Le 5.1

Job 12:16

34) wijsheid;

Of, het wezen [der zaken].

35) Zijns

De zin is, dat zonder Gods voorzienigheid niemand kan dwalen, noch een ander in dwaling brengen; hetwelk in het algemeen te verstaan is van de dwaling, niet alleen des lichaams, maar ook des geestes; van de lichamelijke kunnen wij zien Ps. 107:4, van de geestelijke Deut. 13:1; 1 Kon. 22:20; Ezech. 14:9; 2 Thess. 2:11, waar zij Gode toegeschreven worden; niet als een werker der zonden, maar als een wijs en heilig regeerder en rechtvaardig Rechter daarvan.

Ps 107.4 De 13.1 1Ki 22.20 Eze 14.9 2Th 2.11

Job 30:22

49) heft

Dat is, slingert mij naar lijf en ziel, door uw gramschap, gelijk stro en stoppel door een geweldigen wind opgeheven, verstrooid en overeen gerold worden.

50) het wezen.

Dat is, mijn leven en krachten. Zie van het Hebreeuwse woord boven, Job 5:12.

Job 5.12

Proverbs 2:7

10) bestendig

Of, een vasten staat. Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk dat wezenlijk is, vast en bestendig. Versta hier, •f de ware wijsheid en vaste leer der waarheid, die gesteld wordt tegen de ijdele wetenschap dezer wereld, •f het eeuwige hemelse goed, hetwelk wordt gesteld tegen de lichtvergankelijke dingen dezer aarde. Zie van het Hebreeuwse woord breder Job 5:12, en vergelijk Ps. 37:3.

Job 5.12 Ps 37.3

11) Hij is een Schild

Te weten, de Heere. Zie Gen. 15:1. Anderen verstaan door dit schild de ware en vaste wijsheid en leer der zaligheid. Vergelijk Ps. 91:4.

Ge 15.1 Ps 91.4

12) oprechtelijk

Dat is, leven in ongeveinsde vroomheid. Zie ook 1 Kon. 9:4; Ps. 26:11, onder Spreuk. 10:9, en Spreuk. 20:7, en Spreuk. 28:6, enz.; idem zie Gen. 20:5.

1Ki 9.4 Ps 26.11 Pr 10.9 20.7 28.6 Ge 20.5

Proverbs 3:21

39) laat ze niet

Te weten, de wijsheid, verstandigheid en wetenschap, van welke in Spreuk. 3:19,20 gesproken is. Anders: de wet en de geboden; waarvan zie Spreuk. 3:1.

Pr 3.19,20,1

40) de bestendige

Zie van het Hebreeuwse woord Job 5:12, en boven Spreuk. 2:7.

Job 5.12 Pr 2.7

41) bedachtzaamheid.

Zie boven Spreuk. 1:4.

Pr 1.4

Proverbs 8:14

30) wezen

Of, bestendig wezen, of bestendige wijsheid. Zie boven Spreuk. 2:7.

Pr 2.7
Copyright information for DutKant