Job 7:4
11) Hij den avond Te weten, God. Of aldus: Wanneer zal de avond afgemeten zijn? dat is wanneer zal hij geindigd worden? Door den avond is hier te verstaan de nacht, die alzo wordt genoemd omdat hij van den avond begint; Gen. 1:5. Ge 1.5 12) word zat Zat van enige kwaad te zijn, is daarvan overlast te zijn, dat men des niet meer vermag. Zie onder, Job 10:15, en Job 14:1; Ps. 88:4, en Ps. 123:3,4; Spreuk. 1:31, en Spreuk. 28:19; Klaagl. 3:15; Hab. 2:16. Job 10.15 14.1 Ps 88.3 123.3,4 Pr 1.31 28.19 La 3.15 Hab 2.16 13) van woelingen Dat is, van mij om en om te keren in het bed. 14) schemertijd. Te weten, van den morgenstond; dat is, als het des morgens vroeg tussen donker en licht is. Alzo kan het Hebreeuwse woord ook genomen worden 1 Sam. 30:17, en Ps. 119:147. Van de avondschemering, zie 2 Kon. 7:5, en de aantekening. 1Sa 30.17 Ps 119.147 2Ki 7.5Job 19:17
30) adem Hebreeuws, geest. Alzo boven, Job 9:18. De zin is, dat zijn huisvrouw zich van hem afkeerde als van een, die een stinkenden adem heeft; vervolgens dat zij van hem een afkeer, ja afschuw had, en hem alle schuldige diensten weigerde. Job 9.18 31) om der kinderen Dat is, om den trek en de genegenheid, die zij tot mij nog zou mogen hebben, vanwege de kinderen, die wij hier tevoren tezamen gekregen en opgebracht hebben.
Copyright information for
DutKant