Job 8:14

22) zijn hoop

Dat is, het goed dat hij hoopt; hetwelk gezegd wordt een verdriet of walg van den huichelaar te zullen hebben, omdat het hem niet aankomen, maar van hem vlieden zal. Vergelijk Ps. 95:10. Anders, wiens hoop zal afgesneden worden.

Ps 95.10

23) een huis

Versta, het web der spinnekop, dat zeer zwak en teer is en lichtelijk gebroken wordt. De zin is, gelijk de spinnekop zich niet met haar weg tegen enig geweld kan bewaren, alzo kan de goddeloze zich tegen de straffen Gods met zijn tijdelijke middelen niet beschermen.

Psalms 84:3

3) en bezwijkt

Dat is, zij bezwijkt en verdwijnt schier van groot en gedurig verlangen om in des Heeren huis, of tabernakel, te mogen komen. Zie de aantekening bij Job 19:27.

Job 19.27

4) de voorhoven

Versta hier de voorhoven, die bij den tabernakel waren.

5) mijn hart en

Dat is, lijf en ziel verlangen zeer, als ik denk dat mij God die genade nog moge doen, dat ik in den heiligen tabernakel bij zijn godsdienst met Gods volk mocht verschijnen.

Psalms 104:17

37) de vogelkens

Zie Gen. 7:14, en Lev. 14:4.

Ge 7.14 Le 14.4

38) ooievaars

Zie Lev. 11:19.

Le 11.19

39) de dennebomen.

Zie 1 Kon. 5:8.

1Ki 5.8
Copyright information for DutKant