Job 9:11
19) zal voor mij Te weten, met getuigenissen zijner wijsheid, mogendheid, goedheid en rechtvaardigheid, die Hij in zijn werken alleszins uitdrukt, en van ons laat aanschouwen, die nochtans ten volle van ons niet kunnen doorgrond worden; Rom. 11:33. Ro 11.33 20) zal voorbijgaan, Hebreeuws, veranderen; te weten, van plaats; menselijk van God gesproken, ten aanzien van zijn werken, die Hij doet in toorn of genade. Zie boven, Job 4:15. Job 4.15 Job 9:26
52) met Dat is, gelijk; blijkende zulks uit het andere lid van Job 9:26. Job 9.26 53) jachtschepen; Hebreeuws, schepen der begeerte; dat is, die zo snellijk voortzeilen, dat zij een begeerte en lust schijnen te hebben tot de plaats waar zij wezen moeten. Of, versta, schepen, die met begeerlijke, dat is kostelijke dingen geladen zijnde, hunnen weg kort zoeken te maken om hun waren buiten gevaar te brengen en geld daarvan te maken. Job 11:10
19) Hij voorbijgaat, Dat is, zo Hij, te weten, God, zich vertoont in zijne werken. Alzo boven, Job 9:11. Zie de aantekening. Anders, zo Hij verandert; te weten, zijn werk. Job 9.11 20) overlevere Of, besluite; te weten, in het geweld der straf, die Hij rechtvaardiglijk tegen hem uitvoert. 21) vergadere, Versta, tot de genieting zijner weldaden, die Hij bewijst aan degenen, welke Hij genadiglijk aanneemt.
Copyright information for
DutKant