Job 9:18

31) mijn adem

Hebreeuws, mijn geest weder te brengen; dat is, enig respijt of verlichting te hebben, maar Hij houdt doorgaans aan om mij met deze plagen op te vullen en gelijk te verstrikken. Vergelijk boven, Job 7:4, geest voor adem. Alzo onder, Job 19:17.

Job 7.4 19.17

32) bitterheden.

Dat is, droevige plagen. Vergelijk 2 Kon. 4:27.

2Ki 4.27
Copyright information for DutKant