Job 9:2

1) zo is;

Te weten, gelijk gij zegt, namelijk dat God rechtvaardig is, straffende de kwaden en de goeden voorstaande. Dit weet ik zo wel, dat ik nooit gedacht heb God van ongerechtigheid te beschuldigen.

2) God?

Dat is, voor God. Alzo wordt het Hebreeuwse woord genomen, 1 Sam. 2:26; Ps. 130:4.

1Sa 2.26 Ps 130.4

Job 10:7

13) Het is

Dat is, Gij weet het, dat ik, enz. Vergelijk de manier van spreken met Hos. 10:10, en zie de aantekening aldaar.

Ho 10.10

14) niet goddeloos ben;

Dat is, geen huichelaar of heimelijke booswicht, gelijk ik gescholden word.

15) verlosse.

Te weten, mij, die onschuldig ben van de lasteren, waarmede mijn vrienden mij bezwaren.

Copyright information for DutKant