Job 9:23

41) doodt,

Te weten, de goeden tezamen met de kwaden.

42) bespot

Te weten, naar de uiterlijke gedaante dezes levens, en niet naar de verborgen waarheid der zaken; want naar de uitwendige gedaante schijnt hier geen onderscheid te wezen tussen goeden en kwaden, hetwelk vele vromen, hier altijd zeer bekommerd heeft; Ps. 37:1,en Ps. 73:2, enz.; Pred. 8:14; Jer. 12:1; Hab. 1:13,14. Maar anders is het waarachtig wat wij lezen Ps. 73:17,18; Jer. 12:3; Mal. 3:16,17; 1 Cor. 11:32; Hebr. 12:10,11.

Ps 37.1 73.2 Ec 8.14 Jer 12.1 Hab 1.13,14 Ps 73.17,18 Jer 12.3 Mal 3.16,17 1Co 11.32 Heb 12.10,11

43) verzoeking

Zie Gen. 22:1.

Ge 22.1

Psalms 34:12

18) kinderen

Die mij houdt voor uw geestelijken vader, dat is profeet en leraar. Zie Richt. 17:10; Spreuk. 1:8.

Jud 17.10 Pr 1.8

Psalms 73:2

4) mijne voeten

Anders, ik was bijna uitgeweken met mijne voeten.

Copyright information for DutKant