Joel 2:1
1) de bazuin te Sion, Om de gemeente bijeen te roepen ten huize des Heeren, tot een vasten en biddag; zie in Joel 2:15, en Lev. 23:2,24. Joe 2.15 Le 23.2,24 2) roept luide op den berg Anders: maakt een gebroken geklank, blaast alarm; [zie Num. 10:5], als wanneer de vijand ophanden is. Nu 10.5 3) Mijner heiligheid; Dat is, mijn heiligen berg; zie Ps. 2:6. Ps 2.6 4) beroerd zijn, Of, alle inwoners des lands zullen berord zijn, of beven. 5) dag des HEEREN komt, Gelijk in Joel 1:15, zie aldaar. Joe 1.15Acts 4:25-27
49) Uw knecht, Of, van uw kind. Zie Hand. 4:27. Ac 4.27 50) woeden de Grieks briesen; gelijk de moedige paarden als zij ten strijde gaan. 51) in der waarheid Dat is, openbaarlijk en kennelijk. 52) Kind Jezus, Of, knecht, dienaar. Zie Hand. 3:13,26. Zie ook Matth. 8:6, vergeleken met Luk. 7:2, en hier Hand. 4:25. Ac 3.13,26 Mt 8.6 Lu 7.2 Ac 4.25 53) gezalfd hebt, Namelijk met den Heiligen Geest tot den oppersten priester, profeet en koning der gemeente. 54) de volken Israels; Hoewel de Isralieten maar n volk waren, zo worden zij nochtans ook volken genaamd, in het getal van velen, omdat zij in twaalf stammen verdeeld waren; Gen. 28:3, en Gen. 48:4. Ge 28.3 48.4Acts 6:12-13
34) stelden valse Namelijk tegen hem in den Raad. 35) deze heilige Namelijk Jeruzalem, of den tempel of beide.
Copyright information for
DutKant