Joel 3:9-12

22) Roept dit uit onder de heidenen,

Dit spreekt God [spottenderwijze] tot alle vijanden zijner kerk, alsof Hij zeide: Doet vrij al wat gij kunt; brengt al uwe macht bijeen, gedraagt u als helden, gij zult mede ervaren gelijk volgt; verg. Jes. 8:9,10; Jer. 46:3,4; Ezech. 38:7,9, enz.

Isa 8.9,10 Jer 46.3,4 Eze 38.7,9

23) heiligt een krijg;

Zie Jer. 6:4.

Jer 6.4
24) Slaat uw spaden tot zwaarden,

Opdat het u toch aan gene krijgswapenen ontbreke, die gij tegen mijne kerk zoudt mogen gebruiken. Zie de belofte van het tegendeel, in Gods kerk, Jes. 2:4; Micha 4;3.

Isa 2.4
25) O HEERE,

Een vurig gebed van den profeet uit bekommernis over dit grote geweld aller vijanden, waartegen hij geen troost vindt dan bij God. Verg. Joel 1:19, en zie een dergelijke tussengevoegde aanspraak tot God, Zach. 14:5; Jes. 63:14; Hos. 11;3, enz.

Joe 1.19 Zec 14.5 Isa 63.14

26) helden derwaarts nederdalen!

De heilige engelen, die ook alzo genoemd en vanwege hunne macht genoemd worden, Ps. 78:25, en Ps. 103:20, en welker dienst God placht te gebruiken in het beschermen zijner kerk en het verdelgen harer vijanden; verg. 2 Kron. 20:22, met de aantekening aldaar. Sommigen verstaan, om God in het oordeel, nevens zijne heiligen, te helpen. Verg. Ps. 50:6; beide is der engelen plicht. Dit stelt de profeet tegen de helden der vijanden, zie Joel 3:9, alsof hij zeide: Heere, als de vijanden doen alles wat zij kunnen, doe Gij dan ook wat Gij kunt. Anders: aldaar zal de HEERE uwe [een ieder van al deze vijandelijke volken] helden nederleggen, dat is nedervellen.

Ps 78.25 103.20 2Ch 20.22 Ps 50.6 Joe 3.9
27) De heidenen zullen zich opmaken,

Of, laat de volken zich, enz. want enz. of de volken zullen worden opgewekt, en opkomen, of opklimmen, enz.

28) dal van Josafat;

Zie Joel 3:2.

Joe 3.2

29) zitten,

Als Koning en Rechter der wereld; zie Ps. 9:5, en Ps. 29:10, en Ps. 55:20. Door mijnen Zoon Jezus Christus; Joh. 5:22; Hand. 17:31.

Ps 9.4 29.10 55.19 Joh 5.22 Ac 17.31
Copyright information for DutKant