‏ John 1:3

5) gemaakt, en

Grieks geworden; dat is geschapen.

6) zonder Hetzelve

Want de Vader heeft met en door den Zoon de wereld geschapen; Joh. 5:18,19.

Joh 5.18,19

7) geen ding gemaakt,

Grieks ook niet een ding.

‏ John 5:19

15) van Zichzelven doen,

Namelijk zonder des Vaders macht en wil, die Hij met den Vader gemeen heeft, Joh. 10:30, zodat, gelijk de Vader alles werkt door den Zoon, alzo ook de Zoon niet werkt dan van den Vader door dezelfde kracht.

Joh 10.30

16) dat ziet doen;

Grieks iets; dat is, hetzelve.

17) Die doet,

Namelijk de Vader.

18) hetzelve doet ook

Dat is, hetzelfde werk, en door dezelfde goddelijke kracht; Joh. 1:3; Col. 1:16; Hebr. 1:3.

Joh 1.3 Col 1.16 Heb 1.3

‏ Colossians 1:16

34) door Hem zijn

Grieks in Hem; dat is, door Hem als een medewerker des Vaders, gelijk aan het einde van Col. 1:16 verklaard wordt. Zie ook Joh. 1:3, en Joh. 5:19.

Col 1.16 Joh 1.3 5.19

35) tronen, hetzij

Deze namen worden hier den engelen in den hemel gegeven, omdat God hen als koningen, [welken eigenlijk de tronen toekomen] prinsen, overheden en machtigen dikmaals gebruikt in het regeren van landen en koninkrijken, gelijk bij Dani‰l, Zacharias en andere profeten te zien is. Zie ook Ef. 1:21, en Ef. 3:10.

Eph 1.21 3.10

36) tot Hem geschapen;

Dat is, om Zijnentwil, opdat Hij een erfgenaam en Heere zou zijn ook van al dezen. Zie Hebr. 1:2. Of, tot Zijne eer, gelijk tot de eer des Vaders en des Heiligen Geestes. Zie Joh. 5:23; Rom. 11:36.

Heb 1.2 Joh 5.23 Ro 11.36
Copyright information for DutKant