‏ John 14:26-27

53) indachtig maken

Dat is, zal u niets nieuws leren, maar hetzelfde wat Ik u geleerd heb en gij niet wel onthouden hebt, wederom in gedachtenis brengen; Matth. 28:19,20; Joh. 15:15.

Mt 28.19,20 Joh 15.15
54) Vrede laat Ik

Dat is, een ware en vaste gerustheid des gemoeds in God, ontstaande uit ene verzekerdheid van de vergeving uwer zonden.

55) Mijn vrede geef

Dat is, die Ik door mijn dood en opstanding u zal verwerven en toebrengen; Rom. 5:1.

Ro 5.1

56) ontroerd en zij

Namelijk over mijn weggaan.

‏ John 15:11

26) Mijn blijdschap

Dat is, waarmede Ik over u verblijd ben.

27) blijve, en

Dat is, niet verminderd of veranderd wordt, maar dat Ik mij over u altijd mag verblijden.

28) uw blijdschap

Dat is, waarmede gij u in mij verheugt, als in uwen Zaligmaker; Joh. 17:13; 1 Petr. 1:8,9.

Joh 17.13 1Pe 1.8,9

29) vervuld worde.

Dat is, meer en meer toeneme, en hiervan volkomen worde.

‏ Hebrews 1:9

30) Uw God

Zie de aantekeningen Joh. 20:17.

Joh 20.17

31) gezalfd

Namelijk met den Heiligen Geest, dien Hij in Zijn menselijke natuur ontvangen heeft zonder mate; Joh. 3:34.

Joh 3.34

32) met olie der vreugde

Zo worden de gaven des Heiligen Geestes genoemd, omdat zij het hart der mensen wakker en verheugd maken in God en tot hun beroep vaardig en gewillig; Hand. 10:38.

Ac 10.38

33) medegenoten.

Dat is, uwe broeders, of andere kinderen Gods, waarvan Christus is de eerstgeborene. Want al de leden van het lichaam van Christus, dat is van Zijne gemeente, zijn eenzelfde Geest met Christus deelachtig, zo nochtans dat de volheid der gaven in Christus het hoofd is, maar in de andere leden naar de mate der gave van Christus. Zie Joh. 1:16; Ef. 4:7.

Joh 1.16 Eph 4.7
Copyright information for DutKant