John 14:3

7) kome Ik weder

Dat is, zal komen, namelijk ten laatsten dage; Hebr. 9:28.

Heb 9.28

8) zijn moogt,

Namelijk niet alleen naar de ziel, terstond na den dood, maar ook naar lichaam en ziel na het uiterste oordeel; Luk. 23:43; 2 Cor. 5:1,8; Filipp. 1:23; 1 Thess. 4:17.

Lu 23.43 2Co 5.1,8 Php 1.23 1Th 4.17

9) waar Ik ben.

Dat is, waar Ik zijn zal.

1 Thessalonians 4:14

28) in

Of, door Jezus, dat is, door de kracht van Jezus, den rechter der levenden en doden; Joh. 5:21, enz.

Joh 5.21

29) [weder]

Namelijk in het leven en in heerlijkheid, wanneer Hij hen uit de graven zal opgewekt en met hunne zielen zal verenigd hebben.

30) met

Namelijk als Hij zal verschijnen uit den hemel ten laatsten dage, in het oordeel.

1 Thessalonians 4:17

38) opgenomen

Gr. gerukt, getrokken; namelijk nadat zij zullen veranderd en Zijn verheerlijkt lichaam in een ogenblik tijds gelijkvormig gemaakt zijn; 1 Cor. 15:51; Filipp. 3:20, Filipp. 3:21.

1Co 15.51 Php 3.20,21

39) in de wolken

Die namelijk als een wagen zullen zijn, waardoor zij tot Christus in de lucht opgevoerd zullen worden, gelijk van Elia gezegd wordt, 2 Kon. 2:11, en van Christus zelf, Hand. 1:9.

2Ki 2.11 Ac 1.9

40) in de lucht

Namelijk waar Hij Zijn gericht zal houden, voor de ogen aller mensen, die door de engelen zullen bijeengebracht zijn tot Zijne rechter- en tot Zijne linkerhand. Zie Matth. 25:31, enz.; Openb. 1:7.

Mt 25.31 Re 1.7

41) met den Heere

Namelijk Christus Jezus in den hemel; Joh. 14:2, Joh. 14:3.

Joh 14.2,3
Copyright information for DutKant