John 20:29

49) zalig [zijn zij],

Dat is, immers zo zalig; omdat zij door het woord, zonder gezien te hebben, geloven, hetwelk met de natuur des geloofs beter overeenkomt. Zie Hebr. 11:1; 1 Petr. 1:?.

Heb 11.1

1 John 4:20

70) haat zijn broeder,

Dat is, niet alleen werkelijke haat, maar ook zelfs niet liefheeft; gelijk de volgende woorden verklaren.

71) die is een leugenaar;

Zie 1 Joh. 2:4.

1Jo 2.4

72) dien hij gezien heeft,

Dat is, wiens persoon, staat en nood hij ziet door welk zien de liefde en barmhartigheid pleegt ontstoken te worden in het hart.

73) hoe kan hij God

Hij wilt zeggen, die kan geenszins God liefhebben; alzo men lichter door het gezicht dan door het gehoor tot liefde bewogen wordt; en God niet minder de ene liefde als de andere van ons eist.

Copyright information for DutKant