John 5:23
Romans 11:36
158) uit Hem, Namelijk als de eerste oorzaak, die alles naar Zijn wijzen raad schikt en ordineert. 159) door Hem, Namelijk als die alles, wat den mens ter zaligheid nodig is, werkt en hetgeen naar Zijn wijzen raad geordineerd is, krachtig uitvoert. 160) tot Hem Namelijk als tot het uiterste einde, tot wiens eer alles moet strekken en gebracht worden; Spreuk. 16:4. Pr 16.4 161) alle dingen. Namelijk die niet alleen de schepping, onderhouding en regering aller schepselen, maar voornamelijk die de zaligmaking der mensen aangaan, waarvan hier inzonderheid gehandeld wordt. 162) Amen. Van dit woord, zie Matth. 6:13. Mt 6.13 Hebrews 1:2
8) gesteld heeft Dit recht van Heere en bezitter van alles te zijn, heeft de Zoon Gods, niet alleen doordien Hij alles heeft geschapen, zoals de volgende woorden medebrengen, maar is ook tot een erfgenaam van alles gesteld, doordien Hij van den Vader van eeuwigheid tot een middelaar is uitverkoren, 1 Petr. 1:20, en van dezen in de wereld is gebracht, als Hij Hem de menselijke natuur heeft laten aannemen; Luk. 1:32, en Luk. 2:11; Hebr. 1:6; en eindelijk als Hij Hem, het werk onzer verlossing volvoerd hebbende, tot Zijn rechterhand heeft verheven; Ef. 1:21,22; Filipp. 2:9,10,11. 1Pe 1.20 Lu 1.32 2.11 Heb 1.6 Eph 1.21,22 Php 2.9,10,11 9) de wereld Grieks de eeuwen; zoals Hebr. 11:3. Dat is, de wereld met alles wat daarin is, Joh. 1:3; Col. 1:16. Hetwelk de apostel bij het voorgaande voegt als de eerste reden, waarom Hem de Vader tot een erfgenaam en een Heere van alles heeft gesteld, namelijk daar Hij alles door Hem heeft geschapen, waarop de andere redenen in Hebr. 1:3 volgen, genomen van de heerlijkheid Zijns persoons en evengelijkheid met den Vader, en van de onderhouding aller dingen. Heb 11.3 Joh 1.3 Col 1.16 Heb 1.3
Copyright information for
DutKant